Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  Een vleugje geschiedenis  /  Duivelsvoetstap

Duivelsvoetstap


Sinds mensenheugenis wordt in het Zottegemse de legende verteld van Duivelsvoetstap.
Alles heeft te maken met de zandstenen brug over de Steenmeersbeek, precies op de grens tussen Leeuwergem en Grotenberge, op een boogscheut van het Hof te Wassenhove. In dat bruggetje, mogelijk opgetrokken in de 18de eeuw, zat een grote Balegemse steen. De nauwelijks bewerkte zandsteen vertoont een in het oog springende uitholling: net alsof iemand er de afdruk van zijn blote voet heeft ingeprent. Geologisch gezien is dat geen echte zeldzaamheid. Bij een bezoek aan de Balegemse steengroeve vindt men na enig speurwerk al gauw gelijkaardige uithollingen in de blootgedolven stenen. Één ervan is zelfs vrijwel identiek aan Duivelsvoetstap. Het betreft hier ijzerinsluitingen die bij het blootstellen aan de lucht vrij snel oxyderen en verpulveren: een uitsparing, niet zelden in de vorm van een boon of een "voet", zijn het resultaat. Maar de volksmens probeerde dat mysterie in een legende in te kapselen en te verklaren. In hun net voor 1900 gepubliceerde Geschiedenis voor de Gemeenten van de provincie Oost-Vlaanderen, deel Grotenberge, drukken Frans De Potter en Jan Broeckaert deze legende af. Ze wordt later overgenomen door Nestor Van Den Bossche in zijn Spokerijen in de streek van Zottegem (1977). Samengevat klinkt dat verhaal als volgt:

"Op een kermis Zottegem deelde een man met een zwart gezicht en zwarte handen, uitgedost in de fijnste kleren, snoepjes uit aan de kinderen. Hij haalde ze uit een zak die maar niet leeg scheen te geraken. Die Zwarte Piet met zijn gratis snoepjes en zijn bodemloze zak werd door de omstanders argwanend bekeken. Toen men plots ergens hoorde roepen: "De duivel is in Zottegem!", wou men de rare snuiter bij de lurven vatten. Maar hij was hen te slim af. Hij gooide de zak in de menigte en vluchtte langs de Kwadestraat weg, achternagezeten door de woedende menigte. En, toen gebeurde het: met één sprong wipte hij van Zottegem tot op de brug over de Steenmeersbeek en vandaar tot in de boomgaard van het Hof ten Berge te Hillegem. Toen het volk buiten adem aan de brug kwam, vonden zij de voetafdruk van de duivel in de monumentale Balegemse steen".
Een ander duivelsverhaal, ons verhaald door Edmond Tinel, wordt in Hillegem verteld:
"Het Hof ten Berge werd geplaagd met onheil van alle slag en soort: ziektes onder de beesten, misoogsten, een brand.... De problemen waren dermate dramatisch dat menig pachter berooid het hof moest verlaten. De hoeve kreeg een pejoratieve bijklank: "Hof ten Draf ; wie niet rap genoeg is, moet er af!". Machteloos tegen al die tegenslagen begon men te denken dat de duivel ermee gemoeid was. En, op een nacht meende de koewachter, die in de alkoof van de stal sliep, bij een trommeldikke koe, hoogst eigenaardige geluiden te horen: was het blaffen, grommen, ....? In elk geval haalt hij de boer uit zijn bed en ook hij vindt een en ander bijzonder vreemd. Een chirurgijn, in de streek bekend voor zijn gedegen vakmanschap en omwille van het feit dat hij ook Jan de Lichte eens had verzorgd, wordt opgezocht. De man betast en beluistert de koe en stelt onomwonden dat hier toverij in het spel is en men er het best de pastoor bijhaalt. Die slaat onmiddellijk groot alarm, laat de stormklok luiden en trekt met de koster en een bende "gewapende" boeren naar het hof. Zegenend stapt de dorpsherder de stal binnen en wanneer kwistig wijwater over de koe wordt gesprenkeld, springt de duivel met een ijselijke gil uit de muil van het rund. Eer de omstanders van hun emoties zijn bekomen, is de duivel het erf overgelopen. Achtervolgd door de woedende menigte spurt hij de boomgaard op en verschuilt zich in de hoogste appelboom. Maar ook hier vindt hij geen rust en vloekend springt hij in de richting van Grotenberge tot op "den Doorn", het "vierlandenpunt" waar Grotenberge, Leeuwergem, Hillegem en Herzele elkaar raken, in de doornboom (die daar vandaag nog altijd staat). Met een volgende sprong, in de richting van Leeuwergem, komt hij op de brug over de Steenmeersbeek terecht. De afdruk van zijn voet wordt in de steen geprent: Duivelsvoetstap. Generaties lang kwam men naar die steen kijken. Dertig jaar geleden kwam de steen, bij werken aan de brug, echter ondersteboven te liggen en raakte hij bedolven onder slijk, aarde en steenslag. Een prospectie door een paar Leeuwergemnaren in het Jaar van het Dorp (1978), die met de steen een rustbank wilden bouwen (!), bleef zonder resultaat. In april 1993 trok de stad Zottegem, op vraag van Vakantiegenoegens Herzele, op onderzoek uit. Omwonenden wisten nagenoeg exact de plaats van de steen aan te wijzen en met een kraan kon het imposante blok worden blootgelegd. "Duivelsvoetstap" werd gereinigd en de steen werd op zijn oorspronkelijke plaats rechtgezet, voorzien van een plaquette met tekst en uitleg.

© Danny Lamarcq