Home  /  Over Zottegem en haar bestuur  /  Over Zottegem  /  De Groote Oorlog  /  Gegijzeld op het stadhuis

Gegijzeld op het stadhuis


Op 8 september 1914 werd de wekelijkse dinsdagmarkt opgeschrikt door binnentrekkende Duitse troepen. Kort na 9 uur kwam een ruiterijafdeling de Neerstraat opgereden, gevolgd door een grote legermacht.

De marktgangers maakten zich uit de voeten, terwijl de klokken luidden voor de hoogmis. Het was OLV Geboorte en net als in het naburige Elene werd in de Egmontstad die feestdag gevierd. Het klokkengelui werkte de Duitsers danig op de zenuwen en onderpastoor Brocorens werd aangemaand de klokken stil te leggen.

De ganse voormiddag trokken de Duitsers Zottegem binnen en staf, officieren en soldaten begonnen zich in te kwartieren.

Zottegem was, als spoorwegknooppunt en liggend op de grotere wegen naar Frankrijk, strategisch erg belangrijk en de Duitsers bezetten meteen het stadhuis, het postkantoor en het station. In het stadhuis werd de gemeentekas (2.100 frank) geplunderd.

Zoals in veel andere steden werden maatregelen genomen om de orde te waarborgen en ervoor te zorgen dat de burgers zich gedeisd zouden houden. Een van de maatregelen was het nemen van een aantal gijzelaars.

In het stadhuis werden negen mannen en één vrouw gevangen gezet. We zijn hierover gedocumenteerd door onderpastoor Brocorens die een dagboek bijhield en zelf werd gegijzeld, in plaats van de hoogbejaarde deken De Corte. En, we hebben twee unieke foto’s.

Groote Oorlog 1Groote Oorlog 1Groote%20Oorlog%203Groote%20Oorlog%203

De linkse foto werd ons bezorgd door de heer Frans De Keyser uit Sint-Lievens-Houtem; de tweede foto berust in de collectie van het museum voor Folklore.

Beide foto’s dragen als onderschrift: "Onze gijzelaars welke de Duitschers ten stadhuize lieten opsluiten en voor hunne medeburgers borg bleven van dynsdag 8 september 1914 3 u. namid. tot 7 u. v.d. volgenden morgend”.

De compositie van de foto’s is identiek, alleen dragen de mannen op de eerste foto bijna allemaal een hoed of pet; op de tweede foto poseren ze blootshoofds. Eén vrouw en negen mannen staan netjes bij elkaar; één man, rechts, staat een beetje afgezonderd.

Die laatste is Hubert Van Steenberghe, die volgens zijn kleinzoon, Jean, helemaal niet tot de gijzelaars behoorde en mogelijk als "geïnteresseerde” mee op de foto ging.

Hoewel onderpastoor Brocorens zelf werd gegijzeld, kloppen de namen in zijn dagboek niet helemaal. Hij vermeldt: "Dr. Van Wymeersch, burgemeester, Karel Van Damme, schepen, Dr. Eugène Droesbeque, Gaston, Mevr. Cousy, een zoon Ceuterick van de Hoogstraat, notaris L. Roels, Omer
Van Lierde, François De Smet en onderpastoor Brocorens (…)”.


Spit- en speurwerk van onder meer Jean Van Steenberghe, Gerard Van De meulebroucke en Andrea Rollewagen laat toe de gijzelaars als volgt te benoemen:
1. Valère Van Wymersch, burgemeester en dokter, 2. Elisa Van der Stock – gemeenzaam ‘Liza van het stadhuis’, 3. Léonce Roels, raadslid en notaris, 4. Omer Van Lierde, serrebouwer en raadslid, 5.Jozef Haegeman, 6. François De Smet, raadslid, 7. Eugène Droesbeque, raadslid en dokter, 8. Albert Brocorens, onderpastoor, 9. Urbain Everaert en 10. Charles Van Damme, schepen.

De gijzelaars poseren kalm en trots voor de fotograaf en nemen de tijd om zich met en zonder hoed ‘in portret te laten trekken’. De verklaring ligt voor de hand. Vermoedelijk werd de foto pas op woensdagmorgen genomen, toen de Duitsers Zottegem al hadden verlaten.

De ganse dinsdag trokken troepen door Zottegem naar Ronse en zo verder naar Frankrijk, waar hetmarne-offensief was losgebarsten en toen er tegen de avond – naar verluidt via een laag overvliegend vliegtuig – de missive werd gegeven om alle soldaten naar de marne te sturen, werd omstreeks
9 uur ’s avonds de bezetting van Zottegem opgebroken. Zottegem was nu een open stad.
Pas op 13 oktober zullen de Duitsers er opnieuw binnentrekken.