Home  /  Cultuur, sport en vrije tijd  /  Erfgoed en musea  /  Musea  /  Museum voor folklore

Museum voor folklore


Het Museum voor Folklore is tijdelijk gesloten.

Onze excuses voor het ongemak.

Bijna op de top van de steile helling naar de dorpskom  van Grotenberge  - "grote berg", weet je wel - staat, links, de oude pastorij (1871). Een lintzaag van de voormalige  serrebouwer  Van Lierde afficheert,  tegen de witgekalkte ommuring, "Museum voor  Folklore".

Hier word je in acht "kamers" meegevoerd op een boeiende tocht in grootmoeders tijd.

De benedenverdieping telt vier kamers: drie links van de hall en één aan de rechterkant. In deze laatste is een laatnegentiende-eeuwse  "eetplaats" van de betere burger ingericht. Ze contrasteert sterk met de eerste kamer aan de linkerkant, waar een café werd gereconstrueerd.  Een kleine "Leuvense  stoof", een toog met een schitterende porseleinen  tapkraan en een collectie glazen en flessen zorgen voor  de sfeer. We zien er ook een "makraankastspel", zeg maar de voorloper  van het Rad van Fortuin. Aan de voet van de toog staan verder  nog een zestal "spuwbakken", nodig toen de mannen pruimtabak  kauwden en nu en dan een klot speeksel in deze met z and gevulde  bakjes mikten. Twee grote kermisaffiches, respectievelijk uit 1924 en 1935 leren je dat toen net als vandaag het oplaten van een luchtballon een attractie was.

Voorbij de trap is een "religieuze" kamer ingericht: processievaandels, kerkstoelen van Mussely en Van Aelbrouck - respectievelijk  de man die Zottegem zijn station gaf en de eerste burgemeester van de Egmontstad, een zandstenen  doopvont  en een verzameling  kerkboeken vertellen  elk hun verhaal. Blikvanger is het prachtig aangeklede beeld van Onze-Lieve-Vrouw-Hemel vaart  uit de decanale kerk.

Helemaal achterin wordt het verhaal van de handschoennijverheid verteld. Een unieke collectie geschonken  door de familie Schollaert uit Sint -Maria-Oudenhove, toont je hoe tussen 1860 en 1950 deze belangrijke huisnijverheid in Zuid-Oost-Vlaanderen   evolueerde. Een monumentale trap brengt je naar de eerste verdieping.

De traphal zelf is aangekleed met veelkleurige houten ornamenten die ooit het orgel van een negentiende-eeuwse   paardjesmolen  sierden. Door een sierlijk smeedijzeren hek - de pastoors waren er toen duidelijk niet gerust in - komen we op de verdieping.  Recht voor je, een sanitair blokje. Oud en nieuw worden hier met elkaar verzoend, want bij het binnenkomen staan er twee gemakstoelen.

Zowel links als rechts van de overloop werden twee kamers ingericht. Aan de linkerkant herbergt de eerste ruimte een allegaartje van voorwerpen: een vitrine met fijne chantillykant, een oude velo (jaargang 1908) met cardan-aandrij ving  en de fameuze "carburelamp",  twee lotelingentrommels, de eerste radio van Breivelde (1930), oude groepsfotos' van Zottegemse verenigingen  en een collectie hoofddeksels, met onder andere de grote "steek" van Van Aelbrouck.

De tweede zaal is de "ambachtenzaal". Centraal staat een forse maquette van de "Molen te Rullegem" (Herzele);  zijn wieken kunnen draaien en dan zie je al het binnenwerk bewegen: net echt, maar op schaal. Aan de wanden staan en hangen werktuigen van  respectievelijk de kuiper, de klompenmaker en de schoenmaker.

De eerste kamer langs de rechtervleugel is ingericht met vroegere gebruiksvoorwerpen. Een collectie petroleumlampen, gietijzeren strijkijzers, koffiemolens, houten speculoosvormen, patacons, een oude wastobbe en tientallen koperen,  tinnen en aardewerken "potten en pannen" zijn er uitgestald. Maar ook een soort kinderfietsje op vier wielen, een "Vliegende Hollander" noemde men dat. Het werd blijkens het verklarende tekstje in Duitsland aangekocht in 1926.
Het tweede lokaaltje is "een klasje van toen”. Vooraan in het klasje hangt een groot krijtbord. Een houten schoolbank met porseleinen inktpot en ook een lei en griffel ontbreken niet. Hier komt men te weten hoe het straffen vroeger gebeurde. Vaak moest men met de knieën gaan zitten in houten klompen of kreeg men een lange tong rond de hals gehangen of werden de ezelsoren opgezet. De houten regel die de meester gebruikte om op de vingers te tikken heeft hier ook een plaatsje.

Sinds Pasen 2003 herbergt het museum ook een ‘hoedenzolder’. Je vindt er niet alleen een schitterende collectie hoofddeksels,  maar er wordt ook haarfijn uit de doeken gedaan hoe een (vilten) hoed wordt gemaakt.